welkom!

Welkom op mijn blog over muziek, kunst, cultuur, de wereld en het universum. Mijn manier om zaken waar ik het mijne over denk over het voetlicht te brengen zonder geplaagd te worden door redactionele beperkingen of APA-formats. Een proeftuintje voor proefballonnetjes. Publiek denken.

Abonneer je via email. Volg me op Twitter - @EvertBBoele. Laat een reactie achter. Neem contact op.

Creative Commons License
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivs 3.0 Unported License.

25 november 2022

Geschreeuw

Ik ben een muziekliefhebber. Ik ben een omnivoor. Tegenwoordig luister ik weer regelmatig naar Radio 4. Ik heb dat lang niet gedaan omdat ik er klaar mee was. Niet met de muziek maar met de toon van de presentatoren. Oubollig geneuzel en te veel ons-kent-ons-gelijkgeverij, met als dieptepunt het programma Discotabel. Dat is niet heel erg veranderd, merk ik, maar ik kan er beter mijn schouders over ophalen. Gewoon even de oren dicht tot er weer muziek is.

Maar die oren dicht is moeilijk omdat er zo geschreeuwd wordt. Dat heeft te maken met wat etnomusicoloog Bruno Nettl ‘an athletic view of music’ noemt. In aankondigingen en reclames gaat het nooit eens over een fijn stukje muziek. Het is altijd een meesterwerk, minstens. Degene die het speelt is een wonderkind, een wereldster, een technische alleskunner, een artistiek genie. De dirigent is, minimaal, een maestro, zo niet een absolute gigant. En het concert is een onvergetelijke ervaring, de ultieme spannende reis, een weldaad voor de ziel.

Het is natuurlijk niet uitsluitend Radio 4. Ik citeer even van de site van een van onze orkesten: “Jensen deelt het podium met de wereldberoemde Martin Grubinger, de charismatische slagwerker die sensationele bruggen slaat tussen diverse muziekgenres. Voor hem schreef de Finse componist Kalevi Aho een gloednieuw waanzinnig spectaculair slagwerkconcert.”

Wereldberoemd. Charismatisch. Sensationeel. Gloednieuw. Waanzinnig. Spectaculair.

Consumeer het! Voor anderen u voor zijn!

En zo voegt de klassieke muziekwereld zich naadloos naar wat deze tijd en deze samenleving van ons vraagt: het maximale. Verwerkelijking van onze idealen. Kwaliteit. Groei. Optimalisatie. Innovatie. Winst. ‘Uitnutting’ (klinkt niet voor niets als een samensmelting van benutting en uitputting, denk ik).

We leven in een tijd van versnelling, schrijft Hartmut Rosa. Waarin alles uniek en onvervangbaar moet zijn, schrijft Andreas Reckwitz. En om dat te bereiken nemen we op de koop toe dat we onze natuur uitputten, onze samenleving versplintert, en de resonantie tussen ons en de wereld verstomt.

Waarna we het op een nog oorverdovender schreeuwen zetten.

Dat doen we ook in het onderwijs. We moeten daarin efficiënt en effectief leerlingen brengen tot het hoogst haalbare. Iedereen moet worden wat hij of zij in potentie is. In naam van – ja van wat eigenlijk? Blijkbaar is het hoogst haalbare per definitie ook wat we willen en moeten bereiken. Lukt het niet, dan zijn we teleurgesteld. En gaan we net zolang door tot het wél lukt. Want als het niet lukt, zijn we een dief van onze eigen potentie, of toch minstens van onze portemonnee.

Wat was ik blij dat ik in de recente Kohnstamm-lezing van minister Dijkgraaf ergens aan het begin las: “Er is iets fundamenteel mis in onze samenleving, niet alleen in de onderwijswereld. Stress is een mentale pandemie geworden en onze cultuur lijkt behept met een obsessie voor het hoogst haalbare. De opwaartse druk om de beste prestaties te leveren werkt verlammend op studenten.”

Maar ja, even verderop gaat het alweer mis: “Mensen kunnen zoveel meer dan toetsen afleggen. Ze kunnen ondernemend zijn, praktisch, creatief of juist sociaal. Gelukkig wel, want ons land kan niet zonder deze kwaliteiten.” Dus worden we in het landsbelang opgejaagd om naast toetsen af te leggen ook ondernemend, praktisch, creatief of sociaal te zijn.

“Ook meten we meestal alleen de prestaties van het individu, terwijl individuele kracht pas floreert in sterke teams, waarin niet iedereen op dezelfde as zit. Om verder te komen heb je initiatiefnemers, samenwerkers én dwarsliggers nodig. Ook die eigenschappen moeten we erkennen en waarderen.” En dus worden we in hokjes gestopt (initiatiefnemer! samenwerker! dwarsligger!), erkend, gewaardeerd, en dan teams in gefloreerd. Ongetwijfeld in het landsbelang.

“De grootste vooruitgang komt vaak uit onverwachte hoek. Zonder het gewaagde spel van nieuwsgierige wetenschappers had onze wereld er totaal anders uitgezien. Dat is wat ik graag ‘het nut van nutteloos onderzoek’ noem.” En dus wordt het nutteloze afgemeten aan het nut. Vast ook in het landsbelang.

“Onderwijs moet een waaier zijn met vele richtingen, waarin je langs iedere route zo ver kunt gaan als je wilt en gemakkelijk stapjes opzij mag maken. Een waaier waarin ook andere dan cognitieve vaardigheden gehonoreerd worden. Ruimte bieden aan talent betekent ook dat we kritisch naar onze onderwijsinstellingen moeten kijken. Bieden zij voldoende ruimte aan nieuwkomers die verse inzichten, dwarse vragen en nieuwe verbanden aandragen? Het doel is niet iedereen zonder meer in het kennisgebouw te proppen, maar het huis juist te verruimen en onnodige binnenmuren door te breken. Zo gaan we van inclusie naar expansie.” Zo ver gaan als je wilt. Verse inzichten. Dwarse vragen. Nieuwe verbanden. Verruimen. Doorbreken. Expansie.

Vooruit! Doorlopen! In het landsbelang!

Ik snak naar een ruimte waarin niet tegen elkaar geschreeuwd wordt. Waarin we elkaar niet voortdurend opjagen. Waarin de stilte af en toe doorbroken wordt door iemand die tegen iemand anders zegt: hier hoef je niets, tenzij je dat zelf wilt. Je hoeft niets te kopen. Je hoeft niets nieuws te verzinnen. Het hoeft niet altijd nog beter. Het gaat niet om later en meer – het gaat om nu en om wat er is. En gezien de staat van onze wereld: om nu en om minder.

Het gaat om nu. Om een glimlach. Om rust en ruimte. Om een beschermende arm waar dat nodig is. En dan graag nog een glimlach.

Oh ja, nog een berichtje aan de mensen van Radio 4: het zou een prettig beginnetje zijn als het bij jullie weer eens gewoon gaat om klassieke muziek zonder dat daarover altijd in termen van een te winnen wedstrijd moet worden gesproken.

10 november 2022

De Grote Mixtape Mega-Tombola

Vroeger maakte je een mixtape als je iemand erg leuk vond. Je was eindeloos in de weer met liedjes van verschillende platen achter elkaar op een cassettebandje op te nemen. Als je een dubbel cassettedeck had (of, daarvoor nog, twee cassettedecks die je aan elkaar verbond) maakte je ook kopietjes van liedjes van cassettes, wat overigens wel tot een overmaat aan ruis leidde, zeker als het een kopie van een kopie was. Daar kon geen Dolby-B of -C tegen op, ook niet als je Chroom- of zelfs Ferro-tapes gebruikte. Op het inlegvelletje schreef je welke nummers door welke artiesten op kant A en kant B stonden; en als je creatief was maakte je een apart voorkantje voor je cassette.

En dan maar hopen dat de ontvanger het leuk vond.

Ik was er eindeloos mee bezig, maar ik herinner me niet zo goed hoe ik nu eigenlijk die nummers koos. Ik denk dat het een mix was van wat ik persoonlijk leuk vond en wat ik verwachtte dat die ander leuk zou vinden. En misschien werkte het wel zo dat als die ander jou heel leuk vond zij (in mijn geval was het altijd een zij, om de een of de andere reden) van de weeromstuit ook jouw muziek heel leuk vond.

Inmiddels ben ik ouder en wijzer en getrouwd met een vrouw die de Beatles niet kan pruimen maar wel naar David Bowie luistert. We hadden meer mixtapejes moeten uitwisselen denk ik, maar nu is het te laat.

Het brengt mij op een punt dat ik al eerder te berde bracht (zoals alles wat ik zeg uiteindelijk één grote herhaling van zetten is, of misschien van slechts 1 zet): je kunt iemand niet leren iets mooi te vinden, je kunt hooguit iets in de aanbod doen om mooi gevonden te worden. Wat er met dat aanbod gebeurt is van dermate veel factoren afhankelijk dat de uitkomst een mega-tombola is. “The world is not more complex than we think, the world is more complex than we can think”, vertelt ons de complexe dynamische systeemtheorie, en ik denk dat dat klopt.

De jammerklacht van allerlei professionele musici dat het muziekonderwijs op scholen tegenwoordig zo slecht is en dat daarom hun zalen zo leeg zijn tegenwoordig moet vooral tegen deze achtergrond worden beluisterd. Nee, jongens en meisjes, de muziekdocenten en de groepsleerkrachten gaan jullie niet redden. Ze kunnen wel een klein zetje geven door ook jullie muziek te laten horen, maar hoe enthousiast ze ook over jullie zullen vertellen, de leerlingen beslissen echt zelf of ze stoppen met inwendig gapen of niet. En wat ze niet beslissen maar wat hen gewoon overkomt is dat ze dan plotsklaps toch gegrepen worden door een muziekje dat ze nog nooit eerder hadden gehoord maar dat inslaat als een bom. En of dat Mahler is, Coltrane, UB40 of de Band Zonder Naam, dat is dus die mega-tombola.

Maar goed, ook in een mega-tombola kun je plotsklaps de hoofdprijs winnen. Wie nooit eens een gokje waagt wint ook nooit. Bij gebrek aan een mixtape daarom speciaal voor jou, lezer, twee precies op jouw idiocultuur toegespitste samenhangende tips: luister naar ‘Sad-Eyed Lady of the Lowlands’ van de zingende Nobelprijswinnaar (dus niet zoeken bij de F van Feringa, hè, maar onder de D van Dylan) en dan naar het even verpletterende (ik bedoel natuurlijk het evenzeer mij verpletterende) ‘Diamonds and Rust’ van Joan Baez.

Graag ontvang ik per kerende post je eigen mixtape retour want ik ben dol op een gokje op zijn tijd.