welkom!

Welkom op mijn blog over muziek, kunst, cultuur, de wereld en het universum. Mijn manier om zaken waar ik het mijne over denk over het voetlicht te brengen zonder geplaagd te worden door redactionele beperkingen of APA-formats. Een proeftuintje voor proefballonnetjes. Publiek denken.

Abonneer je via email. Volg me op Twitter - @EvertBBoele. Laat een reactie achter. Neem contact op.

Creative Commons License
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivs 3.0 Unported License.

30 april 2021

Meerstemmigheid

Dezer dagen wordt er veel gediscussieerd over de inclusiviteit van de cultuursector. Dat is goed, want die sector is nog steeds behoorlijk exclusief. Als voorbeelden kunnen de recente discussies dienen over wie de vertaling van Amanda Gorman's The hill we climb zoal mag doen en wie niet en waarom dan niet; of het verschijnen van een handleiding over inclusief taalgebruik in de cultuursector volgens welke we mensen bij binnenkomst niet meer met 'dames en heren' moeten aanspreken maar met 'beste mensen'; of, wat verder terug, het verwijderen van Erik Kessel's Destroy my face van een Bredase skatebaan. En zo kan ik nog een hele tijd doorgaan. Het is belangrijk dat we het daar voortdurend over hebben.

Waarbij ik twee dingen opmerk.

De eerste is dat men in de cultuursector de neiging heeft om de cultuursector als oplossing voor de exclusiviteit van de cultuursector te presenteren. Immers, de cultuurprofessional is bij uitstek degene die met een frisse en open blik aanmoedigend en inclusief naar de wereld kan kijken en ons zo op creatieve en soms zelfs disruptieve wijze geheel nieuwe perspectieven kan aanreiken om de cultuursector inclusief te maken. Op zijn Twaalfhovens: als iedereen over wat meer 'kunstenaarsmindset' beschikt komt het goed.

Achter die kunstenaarsmindset lijken allerlei lovenswaardige attributen verscholen te zijn die ongetwijfeld, indien op grote schaal ingezet, onze wereld tot een betere plek maken. Maar mijn vermoeden is dat ze bij nadere beschouwing eigenlijk niet zoveel met kunst of kunstenaars te maken hebben. Je zult ze in wetenschappers, sociaal werkers, tuinlieden en wellicht in bankrovers ook aantreffen. En je zult ook kunstenaars aantreffen bij wie die mindset - die dus niet per se een kunstenaarsmindset is - verscholen gaat achter stevige porties blinde ambitie, onverholen narcisme, wraakzuchtige rancune, beoogklepte eendimensionaliteit, monomane machtswellust of opportunistische geldzucht. Of gewoon afwezig is. Terwijl ze toch kunst maken.

De cultuurprofessional is net een mens. Daarom is de cultuursector ook wat het is.

De tweede opmerking hangt met de eerste samen. In de discussies over inclusiviteit binnen de cultuursector waar ik bij aanwezig ben is men het er grosso modo over eens dat inclusiviteit er vooral uit bestaat diegenen die nu geen toegang hebben tot de verworvenheden van de cultuursector die toegang wel te verlenen. Ik ben het daarmee eens. Waar barrières bestaan moeten ze weggenomen worden. Iedereen moet de kans krijgen van de cultuursector te genieten. Dat heet democratisering van cultuur.

Soms leidt dat er ook toe dat erkend wordt dat bijvoorbeeld andere genres, andere vormen een plek in de sector moeten krijgen. En die andere genres en vormen willen dat soms ook graag: denk aan pop, spoken word, urban dance. En soms - maar meestal niet - leidt dat er toe dat er een beknopte discussie ontstaat over de geldigheid van het kernconcept van de cultuursector: artistieke kwaliteit. En altijd blijkt ook weer hoe moeilijk die discussie is, hoe repressief-tolerant de cultuursector als sector is.

Hoe belangrijk de discussie over democratisering van cultuur ook is, hij mag zich wat mij betreft wel verbreden naar culturele democratie. Die is gebaseerd op het veel radicalere idee dat je niet pas cultureel bent als je aan de cultuursector deelneemt, maar dat iedereen op zijn eigen manier allang cultureel is. En dat, als de cultuursector inderdaad van en voor iedereen is, we ons dus fundamenteel opnieuw de vraag moeten stellen wat dat dan betekent voor cultuurbeleid, en voor de verdeling van publieke middelen (wat hetzelfde is), en voor wie daarover beslist. Ik vermoed: Thorbecke in last.

Daar wordt het ingewikkeld. Want wat doen we met de mensen die helemaal niets van de huidige cultuursector moeten hebben? En met de mensen die cultuur willen bedrijven op een manier die niet de 'onze' is, of niet inclusief? Wat doen we met de mensen die hun publiek hardnekkig met 'dames en heren' willen kunnen blijven aanspreken? Die kunst-om-de-kunst willen blijven maken voor een white cube, of Beethoven willen spelen voor een publiek dat blijkt vooral 70+ en wit te zijn? Of met de mensen die andere mensen graag als karikatuur willen neerzetten, of die in het voetbalstadion graag gezamenlijk het 'Hij is een hondenlul' willen aanheffen? Of met de mensen die geen behoefte hebben aan 'uitdagende kunst', maar die gewoon bevestigd willen worden in hun wereldbeeld omdat ze daar meer dan genoeg aan hebben?

Begrijp me goed: ik ben niet per se een fan van alle categorieën gedrag uit de vorige alinea. Ik leef het liefste in een wereld waarin alles koek en ei is omdat iedereen zich conform mijn waarden gedraagt. Denk ik. Of misschien wel niet. Punt is: ik zal er nooit achter komen. Want die wereld bestaat niet. De wereld zal altijd bestaan uit mij en heel veel anderen - en veel van die anderen zijn totaal anders dan ik, vrijwel onbegrijpelijk anders. Daar heb ik het mee te doen. We zullen het soms wel, maar vaak ook nooit eens worden. En we mogen vooral bidden dat we elkaar de hersens daar niet om in slaan.

Het debat over inclusiviteit gaat mij te vaak om inclusie in een ideale wereld - mijn, 'onze' ideale wereld. Maar voor mij gaat het om iets anders. Inclusiviteit gaat voor mij vooral om het vermogen samen te kunnen leven met de radicaal andere. Met het vermogen om het hartgrondig met elkaar oneens te zijn zonder elkaar de vernieling in te jagen. Ik weet ook niet precies hoe dat moet. Ik denk wel dat één ding heel erg van belang is: eerst luisteren voordat je zelf begint te praten. Eerst proberen te begrijpen voordat je begint te oordelen.

Daar zijn we - en dat is een inclusief we - in de cultuursector niet altijd goed in.

En daar hebben we die radicaal andere voor nodig. Maar die is afwezig bij de discussies. We zijn te veel onder elkaar, we zijn het  te veel eens, we weten te goed wat goed is voor de wereld en wanneer de wereld goed is.

Ik weet het: dit is een bodemloze boodschap. Leren leven in een wereld die niet om jou draait, leren accepteren dat de wereld niet perfect is, leren handelen vanuit je eigen waarden vanuit het besef dat die waarden uiteindelijk een onfundeerbaar fundament blijken te zijn - en daar dan toch voldoening uit kunnen halen. Leven in de meerstemmige kakofonie die de wereld nu eenmaal is. Als dat inclusiviteit is, teken ik er voor.

En wil degene die mij kan leren hoe dat moet zich nu melden?